Na een dracht van 19 jaar baarden de regeringen van dit land een alcoholplan. Hoera, een plan! Hoera? Het plan is te weinig ambitieus, zeggen mensen die er meer van af weten dan ik. Als ik alleen kijk naar mijn winkel, die van de verkeersveiligheid, moet ik hen jammer genoeg gelijk geven. Andermaal mist ons land de kans om alcohol te bannen uit tankstations (alleen tussen 22 uur en 7 uur zetten we de kat niet langer bij de melk). Van een verplicht alcoholslot in auto’s is blijkbaar zelfs geen sprake geweest.
Toch ging de meeste aandacht naar de kritiek van de horecasector. Die is verontwaardigd over de verplichting om gratis water aan te bieden. In tal van landen is dat al jaren de normaalste zaak van de wereld, in België is het een onoverkomelijke hindernis. ‘Gratis bestaat niet,’ roepen de cafébazen verontwaardigd. Bijna gratis kennelijk wel: een liter kraantjeswater kost de verbruiker minder dan een halve eurocent. Voor 1 euro kun je meer dan 80 klanten een glas water aanbieden.
Toch snijdt de bewering van de horeca-uitbaters hout: gratis bestaat niet. Donald Shoup, urbanist aan de Universiteit van California Los Angeles (UCLA), legt in zijn boek The high cost of free parking het verband tussen horeca, parkeren en het gratisconcept. Stel, schrijft hij, dat steden en gemeenten alle fastfoodrestaurants zouden verplichten om bij elke hamburger gratis frieten aan te bieden. De frieten zouden gratis lijken, maar in termen van geld en gezondheid zouden ze veel kosten. Wie geen frieten eet, zou meer moeten betalen voor zijn hamburgers, zonder er een voordeel voor in de plaats te krijgen. Wie de frieten opeet, maar die normaal niet zou hebben besteld, is ook slechter af, want hij eet ongezonder dan hij normaal zou hebben gedaan. Zelfs wie wél voor frieten zou hebben gekozen, is niet beter af. De kostprijs ervan zit nu gewoon in die van de hamburger.Wat is het verschil met het opleggen van een minimumaantal (gratis) parkeerplaatsen, vraagt Shoup zich retorisch af. Minimumnormen voor parkeerplaatsen dwingen mensen die te arm zijn om een auto te bezitten om mee te betalen voor parkeerplaatsen die ze nooit gebruiken. De anderen worden aangemoedigd om meer auto’s te kopen en die vaker te gebruiken dan ze hadden gedaan als ze hadden moeten betalen om te parkeren.
Hoe eenvoudig ook, Shoup beseft dat hij een moeilijke boodschap brengt, want hij voegt er aan toe: ‘Ik zeg niet dat er geen parkeerplaatsen moeten zijn. Ik zeg dat er een billijke prijs voor moet worden betaald.’
Wetende dat een parkeerplaats iets meer kost dan een glas water, is het voor de krenterige kasteleinen misschien te overwegen om hun prioriteiten eens tegen het licht te houden. Met de geboekte winst kunnen ze tienduizenden mensen een gratis glas water schenken.
Deze tekst verscheen in een lichtjes andere vorm in De Standaard van 4 april 2023.