RSS feed

Tagarchief: moordstrookje

Cultuurshock

Geplaatst op

Zeg nu nog dat er geen vooruitgang is. Minister Lydia Peeters nam het initiatief om aan de UGent een heuse ‘leerstoel Fiets’ te installeren. Een ‘leerzadel’ zou natuurlijk toepasselijker zijn geweest, maar we willen niet vitten. Het initiatief kadert in de ambitie om tegen 2040 naar 30% fiets te gaan in onze modal split. ‘Om die doelstelling te halen, hebben we diepgaand onderzoek en wetenschappelijke kennis nodig om ons fietsbeleid te voeden, te inspireren en uit te dagen.’ zegt de minister en ze heeft gelijk – al zouden we ook kunnen stellen dat we vandaag al over heel veel kennis en ervaring beschikken waar we jammer genoeg weinig of niks mee doen. Ik noem dat, voortbordurend op de inzichten van de Duitse filosoof Sloterdijk, ‘integrale onterving’: onze neiging om ons soms dommer voor te doen dan we in werkelijkheid zijn.

In het Nederlands bestaat daar een mooie uitdrukking voor: ‘zich van de domme houden’ en meestal doen we dat omdat we denken er voordeel bij te hebben. Zeker in de verkeerskunde zijn we er goed in om telkens opnieuw het warm water uit te vinden. Zie de telkens terugkerende discussies met middenstanders die instemmend knikken als er wordt gewezen op de positieve economische en commerciële effecten van winkelwandelstraten in Gent, Leuven, Antwerpen, Brussel, Mechelen enzovoort, maar die positieve ervaringen steevast als irrelevant afdoen “want dat is hier Gent/Leuven/Antwerpen/Brussel/Mechelen niet”. Aan minister van Werk, Innovatie, Landbouw, Economie en Sociale Economie Jo Brouns vroegen we dus al meermaals om, rekening houdend met al die specifieke eigenaardigheden, eens een gedegen studie op te zetten om de verbanden tussen parkeerbeleid en lokale middenstand. Tot nog toe vingen we bot.

Misschien kan de nieuw aangestelde ‘fietsprofessor’ Meredith Glaser er een prioriteit van maken. Met de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht lijkt me dat een quick win. Van oorsprong is Glaser een Californische, maar ze was al vijftien jaar in de leer aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) bij die andere fietsprofessor Marco Te Brömmelstroet (die onder meer aan de basis ligt van het onvolprezen boek ‘Het recht van de snelste’ van Thalia Verkade).

Uit de eerste interviews blijkt dat er nog wel wat werk is aan haar integratietraject. Als Californisch-Nederlandse was ze bijvoorbeeld niet bekend met het woord ‘moordstrookje’. Weliswaar haalde het niet de Vlaamse Canon, maar in 2018 werd het wel tot ‘woord van het jaar’ verkozen.

Dat was al rijkelijk laat. Ik herinner me dat ik begin jaren 2000 stukjes over ‘het voorruitperspectief’ schreef voor de Vlaamse overheid (de naam van de publicatie ontglipt me) en dat het woord toen systematisch werd weggeredigeerd. ‘Te tendentieus.’

Moordstrook: de aan de weg gestikte ruimte waar fietsers zich uit de naad werken en toch genaaid kunnen worden. Aanbevolen verblijfplaats voor wie de adem van de dood aan den lijve wil ondervinden.

In die tijd had men het overigens ook geregeld over ‘zelfmoordstrookjes’. Alsof de gevaarlijke weginfrastructuur de schuld was van de fietsers zelf. Van die victim blaming zijn we gelukkig toch al af. Meer nog: tegenwoordig nemen zelfs ministers het woord ‘moordstrookje’ af en toe in de mond. Er is vooruitgang, ik zei het al.

Nog meer vooruitgang zou er zijn als professor Glaser ervoor zou kunnen zorgen dat we eindelijk de sprong maken van de probleemerkenning naar de probleemoplossing. Hoeveel moordstrookjes hebben we eigenlijk nog in Vlaanderen? Hoeveel zou het kosten om die weg te werken? Welke obstakels moeten daarvoor uit de weg geruimd? Hoeveel tijd geven we onszelf daarvoor?

De antwoorden op die vragen zouden ons op weg kunnen helpen. Ons: dat zijn in de eerste plaats de fietsers, maar – al helemaal sinds de introductie van de ‘basisbereikbaarheid’ die de wandeltrajecten naar opstapplaatsen voor De Lijn sterk heeft verlengd – ook de openbaar vervoer-gebruikers. Want geloof het of niet: in het ‘excellerende’ Vlaanderen van 2024 verwachten we van busgebruikers dat ze het rafelasfalt eerlijk delen met de fietser.

Om maar te zeggen: er staat die Californisch-Nederlandse professor nog een heuse cultuurshock te wachten. Ik wens haar alvast veel sterkte.

VerkeerDberichten

Geplaatst op

“Sommige begrippen hebben tijd nodig om door te dringen.” Met die zin opende ik kort geleden een blogstukje. Het ging over de inburgering van het begrip ‘voorruitperspectief’die na twee decennia eindelijk haar beslag lijkt te krijgen.

Vandaag kan ik openen met een variant: “Sommige ideeën hebben tijd nodig om door te dringen.”

Had Annemie Peeters een bril gedragen, ze had er ruitenwissers op laten monteren.

Ik heb het dan over het idee om in de verkeersberichtgeving ook aandacht te geven aan andere vervoerswijzen dan de auto. Tien jaar geleden lanceerde ik het idee (na te lezen in ‘De file voorbij’ – Uitgeverij Vrijdag). Dat leverde me toen een passage op bij Annemie Peeters op Radio 1. Het werd een bevreemdende ervaring, want mijn bijna-naamgenote kwam niet verder dan wat flauwe fake-berichtjes om de belachelijkheid van mijn voorstel te illustreren. “Er liggen glasscherven op het fietspad tussen Kontich en Edegem.” “Er is een spookfietser gesignaleerd op het fietspad langs de Liersesteenweg.” Dat soort ongein.

De presentatrice bleek niet los te weken uit haar voorruitperspectief. Had Annemie Peeters een bril gedragen, ze had er ruitenwissers op laten monteren.

fietsinfo

Eén decennium later (“reeds”, moeten we dan zeggen) heeft VRT-verkeersanker Hajo Beeckman het wél begrepen. Gisteren lanceerde hij een oproep op Twitter om suggesties te doen wat zo’n verkeersberichten voor fietsers zo al om het lijf zouden kunnen hebben. Nice! En voor we het vergeten: thanks!

Laten we van die fietsberichtgeving dan vooral geen kopie maken van de autoberichtgeving. Alsjeblieft geen aankondigingen van ‘vertragingen’ op de fietssnelwegen of langere wachttijden bij het oversteken.

Fietsers luisteren onderweg (best) niet naar de radio. Dus is alleen informatie voor het vertrek relevant. Als de fietsliften aan de Scheldetunnels weer eens niet werken, laat dat dan weten. Als er een ophaalbrug in de haven defect is, zeker melden! Maar voor het overige heeft een fietser vooral veel baat bij goede informatie op de weg: leesbare infrastructuur, goede bewegwijzering, duidelijke omleidingen. En bij goede voorzieningen natuurlijk. Zorg ervoor dat de fietspaden regelmatig worden schoongemaakt en dat ze in de winter ijsvrij worden gemaakt, dan zijn mededelingen over scherven en gladheid overbodig.

Fietsers luisteren onderweg (best) niet naar de radio.

sneeuw en verkeer (30)

Deze dwarsligger zou geen dwarsligger zijn, als hij nu ook niet wat verder zou willen gaan. Dat doen polsstokspringers tenslotte ook (van elke soort weggebruiker valt wel iets te leren). Als ze een bepaalde hoogte hebben gehaald, gaan ze niet op hun lauweren rusten. Integendeel: ze laten de lat wat hoger leggen en nemen een nieuwe aanloop.

Welaan dan, hier komt-ie. Waarom laten we de verkeersberichtgeving voor automobilisten niet gewoon achterwege?

Mijn eerste argument is praktisch. Wie heeft er nog een boodschap aan? Niet-automobilisten hadden er al nooit een aan. Voor hen is het een behoorlijke bron van ergernis: ellenlange opsommingen zonder enige informatieve meerwaarde. Saaie radio die moet worden uitgezweet.

Files zijn vandaag pas nieuws als ze er niet staan.

Automobilisten hebben aan de verkeersinfo intussen ook niets meer. Velen hebben een gps die hen in real time vertelt waar de files staan. Daarnaast zijn de meeste files dagelijkse files. Die kennen we intussen wel. Die zijn pas nieuws als ze er niet staan.

Dus stel ik voor om alleen nog de uitzonderlijke files aandacht te geven: incidentfiles en bijhorende kijkfiles, files door wegenwerken, files omwille van bijzondere weersomstandigheden… Zie je wel: helemaal onredelijk ben ik niet. Tegelijk stel ik voor dat er gewerkt wordt aan een systeem dat verkeersinfo alleen nog doorlaat op de radio wanneer iemand daar uitdrukkelijk om vraagt. Vandaag zit er op autoradio’s een toets die automobilisten toelaat te kiezen of ze hun favoriete muziek willen laten onderbreken door verkeersberichtgeving of niet. Het kan niet zo moeilijk zijn om dat principe wat verder uit te werken. Technologische vooruitgang, ik ben er niet tegen.

Mijn tweede argument is er eigenlijk één van Hajo Beeckman zelf. Vandaag hoorde ik hem zijn initiatief toelichten op de radio. Dat die berichtgeving voor fietsers niet mocht doorschieten naar sensibilisering, zei hij, want daarvoor beschikt de overheid over andere kanalen.

Hij heeft gelijk. Het wordt de hoogste tijd dat onze bevolking, automobilisten en niet-automobilisten, filerijders en nog veel meer niet-filerijders, niet langer elk half uur wordt gebombardeerd met ‘verkeersellende’ en ‘fileleed’. Allicht is het zo niet bedoeld, maar zo wordt de boodschap er wel ingeramd dat files ons grootste mobiliteitsprobleem zijn. Met de problemen van de hypermobielen worden we constant om de oren geslagen. Over het tekort hoor je, als het meezit, eens om de paar maanden iets. Het is één grote hersenspoeling.

Met als gevolg dat wanneer het gaat over de besteding van de schaarse middelen iedereen het maar ‘logisch’ vindt dat er miljarden gaan naar extra wegcapaciteit. De fietsers mogen het dan met de kruimels doen. Het openbaar vervoer moet besparen.

Is er daar ook een probleem? Tiens, daar hadden wij nog niet van gehoord… Stel je voor dat we over mobiliteitsarmoede even vaak berichten zouden krijgen als over files: over X die niet weg kan wegens geen bus, over Y die de verplaatsing niet aandurft omdat het moordstrookje niet zomaar een moordstrookje wordt genoemd en over de kinderen Z die niet naar de scouts mogen vanwege een te gevaarlijke oversteek.

Veel kans dat ons mobiliteitsbeleid er helemaal anders zou uitzien.