RSS feed

Bomans verbeterd

Geplaatst op

Onderstaande bijdrage verscheen afgelopen dinsdag in De Standaard onder de titel ‘Anders thuiskomen’.

Wie er de middelen voor heeft, kneep er de voorbije weken even tussenuit. Alleen in tijd, door vakantie te nemen. Of in tijd én in ruimte, door ook op reis te gaan. Deze ontsnappingsoperatie leek enkele decennia een vanzelfsprekendheid en zelfs een recht, meer bepaald in de periode tussen de invoering van het betaald verlof voor werknemers (1936), resultante van vele jaren sociale strijd, en de zomers waarin de klimaatcatastrofe zich onontkoombaar begon te manifesteren.

Vandaag beleven we de paradox dat juist ons escapisme ons harder met de neus op de werkelijkheid drukt. Sneeuw en zon zijn geen zekerheden meer tijdens onze winter- en zomervakanties. In het beste geval moeten we ons schikken naar ongeschikt weer, in het slechtste geval verpoppen we in een mum van tijd van reizigers tot klimaatvluchtelingen, op de loop voor overstromingen, bosbranden, hittegolven, stormen en orkanen.

Zo wordt onze dubbele standaard alleen maar zichtbaarder: veel medelijden met gestrande reizigers, veel minder met aangespoelde. Terwijl chartervliegtuigen de ene groep klimaatvluchtelingen comfortabel repatriëren, sturen we anderen letterlijk de woestijn in. Zelfs wie de laatste categorie wegzet als een zootje gelukzoekers, wordt ongemakkelijk van dat contrast en klaagt dat de bijhorende beelden beter niet zouden worden vertoond.

De emoties laaien ook hoog op als anderen ons reisgedrag hardop in vraag stellen. Het gaat dan niet langer alleen over vlieg- of autoschaamte of de decadentie van viersterrenreservaten naast lokale favela’s. Ook het reizen zelf wordt in vraag gesteld. Is die jaarlijkse volksverhuizing nog verantwoord? Zouden we niet beter collectief thuisblijven? Hebben die Rhodos- en jamboreegangers het uiteindelijk niet zelf gezocht?

Om het met de Noorse auteur Johan Harstad te zeggen: we leven inderdaad in het tijdperk van de consequenties. Maar wat mij betreft hoeft dat niet te leiden tot een hardvochtige ‘eigen schuld, dikke bult’-cultuur waarin iedereen maar op de eigen blaren moet zitten. Precies in een tijd waarin onvoorspelbaarheid en kwetsbaarheid pieken, hebben we nood aan meer clementie en empathie. We zijn allemaal zoekende naar hoe we moeten omgaan met de nieuwe realiteit.

Voor sommigen is het copingmechanisme dat van de minimalisering of zelfs van de negatie. Waarheidswalging, misschien is het wel gewoon een ziektebeeld van deze tijd. Hun overlevingsstrategie bestaat erin de wereld te zien als de set van The Truman show. Hen proberen te overtuigen is een achterhoedegevecht dat veel energie kost, zonder garantie op een goede afloop.

Anderen zijn dan weer geobsedeerd door de brandende realiteit. Door wanhoop bevangen probeert deze ‘laatste generatie’ het klimaatveranderende systeem tot stilstand te brengen door zich vast te kleven aan het asfalt. Als 21ste-eeuwse flagellanten proberen ze iedereen tot schuldinzicht te brengen, een actie die, hoewel moreel verantwoord, gedoemd is te mislukken in een consumptiemaatschappij die, even atavistisch, aflaten te koop aanbiedt onder de vorm van elektrische auto’s of compensaties voor je ecologische voetafdruk.

Nog anderen kiezen voor dosering. Zij willen wel hun verantwoordelijkheid opnemen, maar soms wordt het hen te veel. Begrijpelijk. ‘Zoveel werkelijkheid maakt moe’, liet Nobelprijswinnaar Günter Grass ‘de rattin’, het hoofdpersonage in zijn gelijknamige roman over de ecologische neergang, al zeggen.

Voor die situatie bedient de mensheid zich van oudsher van pauzetoetsen. Heetten die ooit ‘carnaval’ of ‘kermis’ of staken ze in de devote jasjes van vele katholieke feestdagen, vandaag wordt die functie vervuld door festivals, weekendtrips en reizen.

Natuurlijk moeten we een lans breken voor meer dichtbijvakanties en festivals met een beheerste omgevingsimpact. Maar laten we vooral niet het kind met het badwater weggooien: reizen, zelfs verre reizen, hebben ook in tijden van klimaatverandering hun merites. Dan heb ik het niet over het nefaste, onnadenkende verplaatsingsgedrag van superrijken die in hun privéjets naar hun handtasboer vliegen. Inzetten op gedragsverandering op dit niveau scheelt meer dan een slok op de borrel en we krijgen er nog een voorbeeldfunctiebonus bovenop. Als we die overconsumptie aanpakken, kunnen we meer mensen de kans gunnen elders de batterijen op te laden. Dat mag dan lijken op het spreiden van kosten en lasten en dus nog altijd een kwalijke zaak voor mens en planeet, het hoeft dat niet te zijn.

Vanzelfsprekend dat we werk moeten maken van andere manieren van reizen: meer met de trein en de fiets, minder met het vliegtuig en de auto, met meer respect voor lokale contexten. Maar dat mag ons niet blind maken voor de ontegensprekelijk positieve neveneffecten. Wij reizen om te leren, luidt het volksgezegde en het geldt zelfs voor wie dat oogmerk helemaal niet heeft. Op reis lopen wij ons constant te verbazen over wat anders is dan bij ons. Over roken op café, of het niet sorteren van afval, het onbeperkte gebruik van plastic zakjes, het ontbreken van vegetarische gerechten op de kaart – allemaal praktijken die bij ons nog maar kort geleden gangbaar waren, maar waarvan we de voorafgaande politieke en maatschappelijke strijd al zijn vergeten.

De zone 30: langzaam maar zeker de standaard in ‘de bewoonde kom’ in Europa

Of over kleine en grote praktijken die bij ons nog volop in de fase van het debat zitten: statiegeld, autovrije dorps- en stadscentra, goedkoop of gratis betrouwbaar openbaar vervoer, uitgestrekte natuurparken met een grote economische return, snelheidsbeperkingen als strategie om de lawaaioverlast te beperken, kleinschalige landbouw, bouwkranen op poten die voetgangers niet de straat op duwen…

Quickwin in Bilbao: autovrije straat, kindvriendelijk, bereikbaar voor de brandweer en voor verhuiswagens, gerealiseerd met 5 minuten politieke moed…

Een chauffeur die zijn stuurhut mag verlaten en een afrijdklep, meer is er niet nodig voor een toegankelijke bus (Lindau, Duitsland)
Geefkasten (Vaubanwijk, Freiburg, Duitsland): maïzena voor de buurt

Vaak verwonderen we ons ook over wat ooit vanzelfsprekend was en zonder voorafgaand debat verdween: onbekenden die elkaar groeten, vertrouwen in mensen (het bordje: ‘neem mee wat je nodig hebt, leg het geld in het bakje’), drinkbaar water uit een dorpsbron, gezonde lucht, het weldoende effect van stilte, het uitspansel vol sterren… Het is een probaat medicijn tegen de mentale versperring van het shifting-baselinesyndroom: opeens weten we weer wat we onderweg in de ratrace verloren.

‘We gaan herbronnen’, zeggen we soms spontaan bij vertrek. ‘Herijken’ zou nog juister zijn. We leren opnieuw wat waardevol is en belangrijk, het verschil tussen ‘gratis’ en ‘onbetaalbaar’, wat overvloed is, wat schaarste en – al was het maar via de overdaad van het hotelbuffet – we herontdekken het concept ‘genoeg’.

Bij nader inzien toch niet zo heel eeuwige sneeuw…

We worden ons bewust van de kwetsbaarheid van dingen: het bergmeertje dat verworden is tot een modderpoel, de krimpende gletsjer die wij in onze jeugd naïefweg als ‘eeuwige sneeuw’ aanwezen, de schaarste van drinkwater. In musea bekijken we wat bewaard dan wel gespaard werd van tomeloze vernieuwings- en vernielingsdrang. Soms dankzij, vaker nog ondanks.

Verwondering in het museum (Göteborg)

Onbewust pikken we nieuwe waarden op, zien we hoe nieuwe ‘normalen’ vorm krijgen: de veralgemening van de zone 30 in centra, alcoholvrij bier, pesticidevrij berm- en plantsoenenbeheer, financiële en andere incentives om niet meer elke dag het bad- en linnengoed te verversen, onthardingsingrepen, de opmars van windmolens en zonnepanelen, laadplaatsen voor elektrische voertuigen, de spectaculaire comeback van de fiets… Al dan niet bewust hanteren we voortdurend een mentale meetlat: wat is beter, wat is slechter? Als het tegenzit moeten we een beroep doen op dokters en ziekenhuizen en weten we onze sociale zekerheid en het niveau van ons gezondheidssysteem weer naar waarde te schatten.

Reizen verplaatsen niet alleen mensen, maar ook normen, ideeën en praktijken. ‘Reizen is thuiskomen’, schreef Godfried Bomans. Dat moest zijn: ‘Reizen is anders thuiskomen.’ Laat nu net dat ‘andere’ de verbeelding zijn die we in dit tijdsgewricht zo broodnodig hebben.

Over Kris Peeters

Mobiliteitsexpert en blikopener bij Bandenloze Vennootschap DAKP. Levert onafhankelijk mobiliteitsadvies, second opinions en creatieve ondersteuning aan bewonersgroepen, oudercomités, bedrijven en overheden. Voor vrijblijvende info: deanderekris@gmail.com Geeft lezingen over mobiliteit voor wie er klaar voor is. Zie: www.koortzz.be Auteur van 'Het Voorruitperspectief' (2000), 'De File Voorbij' (2010), 'Weg van mobiliteit' (2014) en 'Weg van het systeem' (2022). Schrijft daarnaast onder meer columns, opiniebijdragen, sporadische bijdragen her en der en - surprise! - blogberichten. Lector verkeerskunde aan de PXL Hogeschool in Hasselt.

Eén reactie Volgende »

  1. Pingback: Het beste van twee werelden | De Andere Kris Peeters

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.