Mijn pleidooi voor een proactieve snelheidsverlaging op snelwegen – ik had ook kunnen zeggen: voor een snelheidslimiet die rekening houdt met de reële context van veiligheid, gezondheid, milieu en capaciteit -, leverde me steunbetuigingen én scheldtirades op.
Om het eerst over de steun te hebben: gouverneur Berx gaf tijdens de uitzending op RTV aan dat we hierover het debat moeten durven aangaan. Terecht had ze het over ‘durven’, want ik stel vast dat zelfs de politici die heel goed beseffen dat mordicus (sic) vasthouden aan de huidige limieten niet kan vooral strategisch zwijgen. De linkerzijde van het politieke spectrum laat zich er graag op voorstaan meer aandacht te hebben voor People en Planet dan voor Profit, maar als het er echt op aankomt is ontbeert het de moed om echte keuzes te maken. (Tot daar mijn 1 mei-boodschap. De andere gaan vandaag over de verdeling van de Profit, met weinig aandacht voor de andere P’s.)
De scheldtirades komen meestal van de andere kant. Pleiten voor lagere snelheidslimieten is betuttelend en bedilzuchtig, luidt het daar. Zich tegen maxima verzetten getuigt dan van vrijheidsliefde en moedig verzet, al is er aan conformisme natuurlijk niks heldhaftigs. Trouwens, de wetten waar deze lieden het echt moeilijk mee hebben zijn die van de fysica, niet die van de overheid. Om maar eens de conservatieve filosoof Roger Scruton te parafraseren: de rede heeft al lang geleden zijn steun voor hoge snelheidslimieten ingetrokken.
Wie aan een snelheid hoger dan 80km/u tegen een stalen muur aanknalt, heeft bitter weinig overlevingskansen. De dag na mijn pleidooi op RTV werd het nog maar eens bewezen. Een jonge vrouw liet het leven – talrijken achterlatend in rauwe rouw, om niet te spreken over de trauma’s voor de hulpverleners.

In het interview van vorige week werd ook benadrukt dat de vrachtwagens en hun chauffeurs in de recentste reeks ongevallen geen enkele schuld trof. Het waren telkens personenwagens die achteraan op de file beukten. True.
Toch wil dat niet zeggen dat er geen sprake is van medeverantwoordelijkheid. De vraag die we ons moeten stellen is of de eigenaars van de vrachtwagens alles hebben gedaan om het ergste te voorkomen. Ik denk dat het antwoord ontkennend is.
Elke crash weer valt het grote contrast in de geleden schade op. Aan de ene kant een onherkenbare schroothoop, aan de andere kant een laadbak met nauwelijks een schrammetje. Komt natuurlijk doordat vrachtwagens achteraan geen kreukelzones hebben. Die toevoegen lijkt me moeilijk haalbaar, maar het wil niet zeggen dat er geen ruimte voor verbetering is.
Misschien ligt die meer voor de hand dan men op het eerste gezicht zou denken. De oorzaak van de ongevallen is meestal duidelijk: de slachtoffers hadden te laat gezien dat de realiteit niet strookte met hun verwachting. Ze dachten dat hun voorliggers aan 100km/u of meer voortraasden, maar in werkelijkheid bleken die stil te staan. Afleiding door smartphone en andere verleiders is allicht de belangrijkste verklaring en daar moet uiteraard hard op ingegrepen worden. Maar wat als we de afgeleiden nu eens tijdig op de file attent konden maken?
Doen we al, hoor ik u mompelen, met borden en met al dan niet dynamische portalen. Die worden almaar verder voor de file geplaatst, om toch maar tijdig de aandacht te trekken. Alleen: op de duur is die afstand zo groot dat de gewenning alweer ingetreden is tegen de tijd dat de stilstaande colonne er echt is. De verrassing mag dan al lang aangekondigd zijn, het blijft een verrassing.
Wat als die laatste vrachtwagen in de rij nu eens niet alleen maar schamele richtingaanwijzers had om zijn immobilisatie aan te geven, maar een lichtboodschap zo groot als z’n hele achterkant? Of een lichtbak met bewegende ‘stop’-boodschappen bovenop – en dus van heel ver zichtbaar? Wat, met andere woorden, als we de staart van de file nu eens lieten kwispelen?
Het kan niet zo moeilijk zijn om vrachtwagens te verplichten hun gebrek aan kreukelzones (deels) te compenseren met dit soort ’jam warning’. Dat mag de kostprijs van zo’n wegkoningin dan enigszins opdrijven, maar alle truckchauffeurs en exploitanten van transportbedrijven die ik ooit sprak gaven aan dat betrokken geraken bij zo’n ongeval hun ergste nachtmerrie was. De bereidheid in de sector zal dus vermoedelijk groot zijn.