RSS feed

Tagarchief: nudging

Venetië, de natte droom van autotechneuten

Geplaatst op

Venetië is een getijdenstad. Door het water natuurlijk: eb en (spring)vloed bepalen er het ritme van het leven. En voortaan misschien af en toe ook de droogte, zo bleek recent.

Hoe je daar mee omgaat laat ik graag over aan de specialisten ter zake.

Maar behalve het water, zorgen ook de toeristen voor een vorm van getijden: ’s morgens stromen ze de stad in vanuit het spoorwegstation Santa Lucia en vanuit de autoparking op Tronchetto. ’s Avonds maken de meesten de omgekeerde beweging.

Leonard Ilja Pfeijffer vestigt er in zijn meesterwerk ‘Grand Hotel Europa’ terecht de aandacht op hoe fundamenteel anders wij toerisme en migratie beoordelen, terwijl ze in wezen hetzelfde zijn: “Toerisme vormt een ongemakkelijk contrast met de andere vorm van migratie die het gevolg is van de globalisering en die we zonder reserve als problematisch beschouwen. Terwijl we onze grenzen zo gastvrij mogelijk openen voor buitenlanders die komen om hun geld uit te geven, willen we ze sluiten voor buitenlanders die komen om geld te verdienen.” (blz. 115)

Toch blijkt ook de gastvrijheid voor toeristen zijn grenzen te hebben, zo merkten we hier en daar. Tot onze verbazing, want we hadden er weliswaar over gelezen, maar het fenomeen toch ook vakkundig verdrongen. Niemand wil zichzelf zien als de ongewenste gast.

Waar dan de kritische grens ligt? Voor toeristen in ieder geval een pak hoger dan voor migranten. Venetië telt vandaag geen 50.000 inwoners meer, maar krijgt elke dag wel 100.000 bezoekers over de vloer.

Die moet je elke dag verdienen. En verwerkt krijgen: die gelukzoekers-met-geld moeten er allemaal in geraken, er uit geraken en in de tussentijd onderhouden worden met spijs en drank. Dat levert makkelijk een logistieke nachtmerrie op, maar in het autoloze Venetië verloopt het verbazend vlot.

Daar wou het in mij huizende mobiliteitswezen natuurlijk het fijne van weten.

Dus ging het met de Vaporetto naar Tronchetto, waar de automobilisten massaal stranden en tegenwoordig met een heuse people mover naar Piazzale Roma aan de overkant worden versast. Wie zei daar ook alweer dat de moderne tijd in Venetië een anachronisme is? Ja, tuurlijk, dat was ook Leonard Ilja Pfeiffer. Al voegde hij er aan toe dat “deze stad op geen enkele manier is toegerust voor productiviteit, haast of nut.” (blz. 23)

Heeft de Nederlandse schrijver hier dan toch geen puntje over het hoofd gezien?

Wat die Italianen in ieder geval verstaan als geen ander is de taal van de esthetiek. De people mover is aanwezig en afwezig tegelijk. Naadloos gaat hij over in de omgeving en toch is hij zo zicht- en vindbaar als nodig is. De monorail rijdt automatisch en zonder chauffeur.

Wat? Een stad zonder files en met elektrische autonome voertuigen? Heerlijke paradox: het autoloze Venetië is niets minder dan de natte droom van de autotechneuten. Alleen jammer dat ze het zelf niet beseffen.

Robuuste low tech, betrouwbaarder dan gelijk welke batterij- en wifi-afhankelijke Google Maps. Wel niet vergeten te schilderen, eens om de dertig jaar.

Venetië kent zijn pappenheimers. Ze weet: op de heenweg willen die toeristen naar San Marco en de Rialtobrug. Op de terugweg willen ze naar de Piazzale Roma (automobilisten) of de Ferrovia (treinreizigers). Dus hangt de hele oude stad vol bordjes die de weg naar daar wijzen. Om te verdwalen moet je moeite doen en komt dat dus even goed uit: het is iets wat de meeste toeristen inderdaad niet willen doen.

Kan het nog eenvoudiger? Jawel, dat kan.

Mensen zijn kuddedieren. Ze laten zich leiden door elkaar én door de signalen die ze, vaak onbewust, capteren. Wie naar San Marco dan wel de uitgang wil, hoeft dus maar de stroom te volgen. En die stroom zelf volgt, nu ja, de stroom: de Venetianen beheersen de kunst van de way finding tot in de finesses en geven met wat simpele lichtjes de te volgen route aan.

Nudging om ‘u’ tegen te zeggen: geen kat is zich van die draad van Ariadne bewust, maar iedereen volgt hem.

Dubbele boodschap

Geplaatst op

Enkele weken geleden zat ik in een interview voor Zeno. Andere gesprekspartners waren Koen Van Wonterghem, voorzitter van Ouders van Verongelukte Kinderen (OVK) en politierechter Dina Van Laethem – een sympathieke dame die durft zeggen waar het op staat.

Alleen: de edelachtbare bleek zeer verknocht aan haar auto én aan de alomtegenwoordigheid van alcoholhoudende dranken. Die combinatie van een auto- en een alcoholcultuur eist jaarlijks veel slachtoffers, maar dat was voor haar geen argument om het beleid bij te sturen.

Ze gruwde van het idee dat mensen zouden moeten worden afgebracht van hun modale eenkennigheid. Fietsen? Te inspannend. Met de trein rijden? Vergt te veel tijd – ook al was de rechter de enige van ons drie die te laat op de afspraak verscheen.

Het alcoholslot veralgemenen? “Dan kan de horeca wel inpakken.”

En de verkoop van alcohol aan banden leggen, bijvoorbeeld in tankstations? Dom idee volgens haar, “want dan rijden mensen toch gewoon naar de nachtwinkel.”

Vreemde argumentatie. Ze gaat vrolijk voorbij aan heel veel volkswijsheid. Denk aan de aanbeveling om vooral niet de kat bij de melk (of het spek) te zetten of het inzicht dat de gelegenheid de dief maakt. Maar ook de wetenschap denkt er het hare van. Wanneer de ‘keuzearchitectuur’ het ongewenste gedrag (‘nudging’) faciliteert, dan wordt dat ongewenste gedrag waarschijnlijker. Daarover bestaat intussen een heel boekenrek aan gedragspsychologische studies.

Vandaar dat de Nederlanders, de Fransen, de Britten, de Denen, de Zweden, de Noren en zelfs de Italianen de verkoop van alcohol op autostrades hebben verboden. De Duitsers staan die alleen nog overdag toe en de Walen “evolueren naar minder alcoholverkoop in snelwegstations” door het verbod op te nemen bij de vernieuwing van concessies.

Het is duidelijk in welke richting het inzicht voortschrijdt. Overal, behalve in Vlaanderen.

Hier denken we nog altijd dat we het gaan halen met twee keer per jaar een in de media aangekondigde Bobcampagne.

Het is wachten op het volgende persbericht van Vias waarin verwonderd vastgesteld wordt dat zoveel Belgen toegeven (!) dat ze recent nog reden terwijl ze mogelijk boven de wettelijke alcohollimiet zaten. (“1 op 4 in de afgelopen maand”, volgens een internationale enquête uit 2019)

Aan dit alles moest ik denken, toen ik de afgelopen week ontdekte dat je tegenwoordig ook diesel van hoge gisting kunt tanken. De Leffe waarvoor hier reclame wordt gemaakt, is weliswaar alcoholvrij – maar om dat te weten moet je al de kleine lettertjes lezen én de spontane associatie met de klassieke lading van deze vlag opzij zetten.

Mijn hypothese is dat deze publiciteit de alcoholhoudende variant minstens evenveel promoot als de alcoholvrije variant. Bierbrouwers en hun marketeers weten echt wel hoe ze ons onder (hun) invloed kunnen krijgen.

Ze weten donders goed dat wij soms ook zonder te hebben gedronken een beetje dubbel denken.